Preventie diabetes: educatie

Educatie van de patiënt en de mantelzorger

Educatie van de patiënt is belangrijk en kan bijdragen tot preventie van recidieven (NICE, 2015). De nood aan educatie en de inhoud van de educatie worden bepaald door het risicoprofiel van de patiënt (International Working Group on the Diabetic, 2015). Het doel van educatie is het verhogen van de kennis, van de bewustwording en van het zelfzorggedrag ten aanzien van de voeten. Ook het verbeteren van de motivatie en de therapietrouw van de patiënt vormen een doel van de educatie (Van Nuland E, 2016).

 

Algemene instructies

Clinici raden de patiënt aan om geregeld een glycemiecontrole uit te voeren, afhankelijk van het type diabetes,  en te streven naar een optimale regeling van de bloedsuikerspiegel. Voldoende beweging is noodzakelijk maar lange afstanden worden afgeraden om blaarvorming thv de voeten te voorkomen (NICE, 2015). Het gebruik van warmwaterkruiken en elektrische dekens wordt afgeraden vermits de patiënt de hitte  niet zal voelen indien er neuropathie aanwezig is (NICE, 2015). Als er wondjes aanwezig zijn, dan verzorgt de patiënt die best niet zelf maar vraag hij hulp aan de arts of verpleegkundige.

De patiënt wordt best gestimuleerd tot bewegen. Het gebruik van elektrische dekens en warmwaterkruiken wordt afgeraden. Wanneer wondjes op de voeten voorkomen, behandelt de patiënt deze best niet zelf.

 

Voetzorg

Er wordt aangeraden de voeten regelmatig te wassen met lauw water (<37°C) en een olie of een overvette zeep te gebruiken. In geval van een droge huid gebeurt dit best niet frequenter dan 2 keer per week. De voeten weken bij voorkeur niet langer dan 5 tot 10 minuten en dienen goed afgespoeld en afgedroogd te worden, met extra aandacht voor de ruimte tussen de tenen (NICE, 2015). Een droge huid kan ingewreven worden met vochtinbrengende middelen zoals een hydraterende crème om het ontstaan van kloven te voorkomen (figuur 1). Breng wel geen crèmes aan in de tussenteenruimte.

De patiënt trekt best elke dag verse naadloze (bij voorkeur katoenen) kousen aan en bij hevig transpireren wordt aangeraden om de kousen of sokken nog frequenter te verversen en zo nodig ook de schoenen te wisselen (NIV, CBO, NDF, 2006). Bij risicovoeten met sterke eeltvorming, kloofjes en/of wondjes, wordt er aangeraden om 2X/week de voeten te wassen met een ontsmettende zeep.

Voor de verzorging van de nagels wordt een beroep gedaan op een gespecialiseerde voetverzorger (met een bijkomende bekwaamheid voor diabetes voeten) of een podoloog. Er wordt aanbevolen om de nagels tot de hoeken recht af te snijden en niet af te ronden (International Working Group on the Diabetic, 2015). Aanvullend kan het overmatige eelt verwijderd worden om bijkomende mechanische belasting te voorkomen (International Working Group on the Diabetic, 2015) (figuur 2). Hiervoor mogen geen irriterende chemische producten, noch pleisters gebruikt worden. Dit gebeurt ook door een gespecialiseerde voetverzorger of podologe.

Er wordt aangeraden de voeten regelmatig te wassen met lauw water (<37°C) en een olie of een overvette zeep te gebruiken. In geval van een droge huid gebeurt dit best niet frequenter dan 2 keer per week. De voeten laat men best niet weken en extra aandacht wordt besteed aan het afdrogen van de voeten en van de ruimte tussen de tenen. Voor de verzorging van de nagels en het verwijderen van eelt wordt een beroep gedaan op een gespecialiseerde voetverzorger of podoloog.

 

Hydrateren
Figuur 1
Verwijderen Van Overmatige Eelt
Figuur 2

Schoenen

Een trauma door slechtzittend schoeisel komt vaak voor en kan door neuropathisch lijden niet of te laat opgemerkt worden door de patiënt (International Working Group on the Diabetic, 2015). Vooral defecten op de toppen van de tenen en op de gewrichten van  de tenen, kunnen veroorzaakt worden door slechtzittende of te nauw aansluitende schoenen (figuur 3 en 4) (International Working Group on the Diabetic, 2015).

Ontstaan Van Letsels Op Toppen Van Tenen Door Druk
Figuur 3
Ontstaan Van Letsels Op Toppen Van Tenen Door Druk B
Figuur 4

Patiënten wordt aangeraden om na het doormaken van een diabetes voetwonde aangepast schoeisel te dragen (International Working Group on the Diabetic, 2015).

Nieuwe schoenen worden bij voorkeur aangekocht in de namiddag. Op dit tijdstip kunnen de voeten al wat gezwollen zijn, waardoor de schoenen zeker niet te nauw worden aangekocht. De voorkeur gaat uit naar schoenen met voldoende plaats voor de tenen, een hak niet hoger dan 3 cm, een niet te dunne onderzool en een gladde leren binnenkant (figuur 5). Dit materiaal is soepel en laat ventilatie toe. Het is goed om 1 tot 2 maal per dag van schoeisel te wisselen  of de schoenen uit te doen zodat druk niet te lang op 1 plaats kan inwerken.

Vóór het aantrekken van de schoenen worden deze gecontroleerd op steentjes en andere  oneffenheden aan de binnenkant van de schoen (figuur 6). Ook wordt het ten zeerste afgeraden om blootsvoets rond te lopen (International Working Group on the Diabetic, 2015). Naadloze kousen en sokken worden aangeraden om geen extra druk te creëren ter hoogte van de naden. Kies ook niet voor smalle sokken en vervang ze dagelijks (5).

 

Aangepast Voldoende Ruim Schoeisel Met Een Stevige Zool Voor Een Correcte Afrol
Figuur 5
Steunzool
Figuur 6

Zelfcontrole

Een verminderde gevoeligheid (neuropathie) in combinatie met een verhoogde druk onder de voet vanwege de veranderde voetvorm en verminderde beweeglijkheid kunnen leiden tot het ontstaan van een neuropathische voetwonde (figuur 7). Nazicht door een orthopedist kan wenselijk zijn om standsafwijkingen van de gewrichten te kunnen vaststellen (NIV, CBO, NDF, 2006).

Het is aan te raden om na te gaan of de patiënt zelf in staat is om dagelijks de voeten te controleren, ook de ruimte tussen de tenen, gezien veel diabetes patiënten ook problemen van retinopathie hebben en dus minder goed zien. Dit vormt een belangrijk onderdeel in de educatie van de patiënt en/of de mantelzorger (Van Nuland E, 2016).

Een patiënt met een ulcus moet zo snel mogelijk  een beroep doen op professionele hulp en vroegtijdig terug op controle komen indien het ulcus in grootte toeneemt, de kleur van het wondbed verandert, het ulcus bloedt of bij aanwezigheid van etterig exsudaat, het ulcus pijnlijk wordt, de omliggende huid gezwollen is, de temperatuur stijgt en/of wanneer tekenen van een beginnende infectie zich voordoen (NICE, 2015). De patiënt moet ook ten allen tijde weten welke zorgverlener hij kan contacteren bij twijfel of vragen (Van Nuland E, 2016).

 

Veranderde Voetvorm Met Het Ontstaan Van Een Voetwonde
Figuur 7