Kompres
Twee veelgebruikte kompressen zijn het katoenen gaaskompres en het non-woven kompres. Hoewel ze op het eerste gezicht op elkaar lijken, verschillen ze duidelijk in samenstelling, eigenschappen en toepassingen. Zo is een katoenen gaaskompres gemaakt van geweven katoen met een grove structuur, terwijl een non-woven kompres bestaat uit synthetische vezels met een fijne, zachte structuur. Deze verschillen bepalen onder andere het absorptievermogen, de kans op plakken en het comfort voor de patiënt. Het is daarom belangrijk om te weten welk type kompres het meest geschikt is voor een bepaalde wond of situatie.
Kenmerk |
Katoenen gaaaskompres |
Non-woven kompres |
Materiaal |
Gemaakt van geweven katoen (gaas) |
Gemaakt van synthetische vezels (zoals viscose of polyester) |
Structuur |
Grover, met open mazen |
Fijn, dicht en gelijkmatig |
Eigenschappen |
Kan in de wond kleven Kan rafelen, geeft vezels af Geschikt voor reinigen, iets ruwer |
Kleeft minder snel in de wond Vezelarm, minder kans op achterblijvende deeltjes in de wond Geschikt voor gevoelige huid, oppervlakkige wonden |