Praktische richtlijnen rond Radiodermatitis

Radiotherapie (ook bestraling genoemd) is een medische behandeltechniek die door middel van röntgenstralen met een hoge energiewaarde kankercellen (tumorcellen) vernietigt of in hun groei vertraagt. Meer dan de helft van alle kankerpatiënten heeft op een bepaald moment tijdens zijn ziekte radiotherapie nodig. Samen met andere behandelingstechnieken zoals chirurgie en chemotherapie kan radiotherapie kanker bestrijden. Voor meer doeltreffendheid wordt de radiotherapie gewoonlijk opgesplitst in vele sessies, met tussentijdse intervallen van meerdere uren of een dag. Radiotherapie veroorzaakt DNA schade van de cellen, waardoor deze beschadigd en uiteindelijk vernietigd worden. Alle weefsels zijn – in verschillende mate – gevoelig voor de werking van de stralingen. Dat geldt zowel voor gezonde als voor weefsels die door kanker zijn aangetast. De stralingen zullen een groter aantal cellen vernietigen in de weefsels met een hoger celvernieuwingsgehalte (de meeste kankers). Gelukkig zijn de herstelmechanismen van kankercellen meestal minder efficiënt, zodat de beschadiging hier efficiënter is. Hierdoor slaagt deze behandeling erin de kanker te vernietigen terwijl de gezonde weefsels zich in stand kunnen houden. Ondanks de verbeterde bestralingstechnieken ontstaan er tijdens de bestraling regelmatig huidletsels, ook radiodermatitis genoemd. In de literatuur worden verschillende benamingen gebruikt, zoals radiodermitis, bestralingswonden,… Met deze richtlijn wordt getracht een overzicht te geven over de verschillende graden met voorstellen voor preventie en behandeling.