Pathofysiologie decubitus: oorzaken
Druk- en/ of schuifkrachten liggen steeds aan de basis van het ontstaan van decubitus.
Directe weefselvervorming, ischemie-reperfusieschade en microklimaat spelen ook een rol in de ontwikkeling van decubitus (3).
De mechanische beschadiging van de cel kan ontstaan door een directe inwerking van vervormingskrachten op de celwand zoals druk- of schuifkracht. Directe weefselschade treedt onmiddellijk op door de uitoefening van een hoge druk op de cel.
Een fysiologische beschadiging van de cel kan optreden door een gebrekkige stofwisseling en door ischemie omwille van occlusie van de bloedvaten, met uiteindelijk celdood tot gevolg. Dit ontstaat als er minder hoge druk gedurende een langere tijd wordt uitgeoefend.
Tussen alle bovenstaande factoren bestaan er complexe relaties.
Druk
Druk kan gedefinieerd worden als een kracht die loodrecht op het weefsel wordt uitgeoefend (figuur 1). Een druk hoger dan de capillaire druk kan een bloedvat dichtdrukken (4). De weerstand van het bloedvat hiertegenover is afhankelijk van de druk in het bloedvat, de dikte van de bloedvatwand, de hoeveelheid vetweefsel en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt (2).
Wanneer druk wordt uitgeoefend vlak boven een beenderige structuur, kan dit zich verenigen in het subcutane vet- en spierweefsel. De druk neemt toe met de diepte van het weefsel. Ter hoogte van de huid is de druk het kleinst. Bovendien is de huid mechanisch sterker dan de dieper gelegen weke weefsels. Hierdoor kan een uitgebreide weefselbeschadiging ter hoogte van de diepe weefsels voorkomen zonder dat de huid zelf wordt aangetast (3).
Figuur 1: drukkracht
Schuifkracht
Naast druk kan schuifkracht de aanleiding zijn van decubitus. Schuifkracht kan gedefinieerd worden als een kracht die evenwijdig aan het weefsel wordt uitgeoefend (figuur 2). Wanneer deze kracht kleiner is dan het kleefvermogen van de huid, blijft de huid aan de onderliggende laag kleven en kan het weefsel vervormen. Hierdoor kan decubitus ontstaan (3).
Wanneer de uitgeoefende kracht, evenwijdig aan het weefsel, groter is dan het kleefvermogen van de huid blijft de huid niet kleven aan de onderliggende laag maar zal ze over de onderlaag schuren (figuur 3). Deze frictiekracht (wrijfkracht) veroorzaakt geen ischemie maar leidt tot het ontstaan van een schaafwonde of blaar. Letsels, louter ontstaan door frictie, kunnen niet als decubitus worden beschouwd (2, 3). Frictie op zich kan dus geen decubitus veroorzaken maar het geeft wel aanleiding tot het ontstaan van een letsel en het doorbreken van de huidbarrière waardoor bacteriën kunnen binnendringen (4).
Figuur 2
Figuur 3
Druk- en schuifkracht
Welke kracht de grootste invloed heeft op het ontstaan van decubitus is niet duidelijk. In de klinische realiteit wordt op het weefsel steeds zowel schuif- als drukkracht uitgeoefend (figuur 4). De combinatie kan de kans op decubitus sterk doen toenemen (4-6).
Figuur 4