Diagnose diabetes
Onderzoek naar neuropathie
Bij patiënten waarbij wordt vermoed dat het diabetes ulcus een neuropathische oorzaak heeft, wordt aanbevolen om naast de anamnese een neurologisch onderzoek uit te voeren. Dit kan een sensibiliteitsonderzoek, het testen van de reflexen en het nagaan van de kracht omvatten.
Door gebruik te maken van een monofilament kan de sensibiliteit op een eenvoudige manier worden opgespoord (2, 4, 5, 8, 9). Het monofilamentonderzoek volgens Semmes-Weinstein is een reproduceerbare, waardevolle test voor het meten van de sensibiliteit in de voet. Het bestaat uit een houder waarin een nylondraad met gestandaardiseerde dikte kan geplaatst worden. De draad word verticaal tegen de huid gedrukt en creëert zo een druk van 10 gram op verschillende plaatsen op de voet. Er wordt aangeraden om minstens op volgende drie plantaire zones te testen: hallux en metatarsaalkoppen 1 en 5. Bij de uitvoering van de test sluit de patiënt de ogen en wordt er gevraagd aan te geven wanneer hij het filament voelt en waar (8) (figuur 22).
Figuur 22: monofilament test
Wanneer de patiënt de prikkels niet opmerkt, kan worden besloten dat het beschermende pijngevoel te laag is. Bij patiënten met neuropathie kan, bij het uitvoeren van deze gevoelstest, een verminderde of afwezige sensatie voorkomen. Deze patiënten hebben ongeveer 10 maal meer kans op het krijgen van voetwonden (8).
Belangrijk hierbij, is dat éénzelfde monofilament maximum bij 10 personen per dag mag worden toegepast en dat het toestel 1 dag nodig heeft voor het visco-elastisch herstel. Wanneer dit niet wordt gerespecteerd, kunnen verkeerde metingen gebeuren (8). Patiënten die schade hebben aan de kleine zenuwvezels met intacte gevoelszenuwen (vroeg stadia van neuropathie), kunnen lijden aan een pijnlijke neuropathie. Hierbij is de monofilamenttest doorgaans normaal. Een scherpe, brandende, schietende pijn (neuralgieën) of het gevoel van elektrische schokken die verergeren gedurende de nacht wordt dan waargenomen. De onmogelijkheid om warmte en koude te onderscheiden kan ook helpen om schade aan de kleine gevoelszenuwen op te sporen (3).
Naast druk kan ook het toedienen van vibraties, een verlies aan gevoel doen vaststellen. Bij deze methode kan een 128-Hz stemvork, een biotensiometer of Vibratip (figuur 23) gebruikt worden (4). De metingen met de stemvork zijn eenvoudig uit te voeren en de variabiliteit tussen de metingen is klein. De vibratiezin neemt sowieso ook af met de leeftijd. De RS-stemvork (Rydel-Seiffer) of biotensiometer heeft een schaalverdeling van 0-8. Wanneer de patiënt de trillingen blijft voelen, kan deze een maximumscore van 8 verkrijgen.
Figuur 23: stemvork, biotensiometer en Vibratip