Behandeling veneus ulcus: heelkunde

Heelkunde is zelden aangewezen in de acute fase van een veneus ulcus. Compressietherapie is de primaire aanpak. Chirurgie kan wel worden toegepast om in een tweede tijd het onderliggende veneus lijden aan te pakken.

Wanneer sprake is van een chronisch veneus ulcus of oppervlakkige veneuze insufficiëntie kan, om een recidief te voorkomen, operatief worden ingegrepen (4). Na lokalisatie van het probleem via een duplexonderzoek, kan geopteerd worden voor stripping of radiofrequente ablatie van het oppervlakkige veneuze systeem. Bij stripping (figuur 28) wordt de vena saphena magna verwijderd via een incisie ter hoogte van de lies en de enkel. Indien er nog kleine spataders aanwezig zijn, dan kan nog bijkomend sclerocompressietherapie (het aanprikken van de spataderen met een kleine naald met een vloeistof of foam) worden uitgevoerd. Na de behandeling is het noodzakelijk gedurende enkele weken een aangemeten elastische kous of een compressiewindel te dragen.

De radiofrequente ablatie (figuur 29) is een recentere, minder invasieve techniek die kan worden toegepast voor het behandelen van veneuze reflux (4). Er wordt een katheter, verbonden met een generator, in de insufficiënte vene gebracht. De tip van de katheter geeft radiofrequente energie af. Dit veroorzaakt weerstandsverhitting (tot 85°C) van de intima en verhitting van de eiwitten in het bloed, wat resulteert in occlusie van het vat door de vorming van littekenweefsel (6). De katheter heeft een micro-thermokop waardoor de temperatuur van de vaatwand continu kan worden gemeten.

Uit de literatuur blijkt dat chirurgische behandeling van het oppervlakkig veneus systeem bij een veneus ulcus een goede genezingskans, sneller herstel en een laag recidievenpercentage kent, met positieve resultaten op de kwaliteit van leven (6).

Bij een chronisch niet-genezend veneus ulcus wordt chirurgie ter hoogte van de insufficiënte perforanten toegepast om de verhoogde veneuze druk te verminderen. Mogelijke ingrepen zijn het echogeleid perforator ligatuur/ sclerosering: de SEPS-procedure (subfacial endoscopic perforator surgery), de percutane laser ablaties en sclerocompressietherapie met schuim (6). Het echogeleid perforator ligatuur of endoscopisch subfasciaal afbinden van een perforante vene is een bruikbare en veilige techniek (figuur 30). De bekomen resultaten zijn vergelijkbaar met die van de klassieke methodes. Deze ingreep heeft wel kleinere littekens en een kent sneller herstel.

Chirurgie van het diepe veneuze systeem betreft de reconstructie, de bypass, de stent  of autotransplantatie van een veneuze klep (3). Reconstructie of autotransplantatie gebeurt enkel bij jonge patiënten waarbij een ulcus, door een vroegere pathologie, moeilijk tot niet geneest. Uit de praktijk blijkt dat deze ingrepen nog weinig geïndiceerd zijn door een adequate toepassing van compressietherapie als behandeling van een actief ulcus.

Ten slotte bestuderen enkele onderzoeken het gebruik van huidenten op veneuze ulcera. Dit is echter niet aan te raden als het onderliggende veneus lijden niet aangepakt wordt (7). Ook is er meer en meer evidentie over het gebruik van biologische huidsubstituten bij een veneus ulcus. Belangrijk hierbij is dat dit steeds moet gecombineerd worden met het toepassen van compressietherapie (7).

 

Figuur 28

Figuur 28

Figuur 29

Figuur 29

Figuur 30

Figuur 30