Reinigen: wanneer & hoe
Wondreiniging is een belangrijke eerste stap bij elke wondverzorging.
Naast het reinigen van het wondbed moeten ook de wondranden en de bredere wondomgeving gereinigd worden. De bredere wondomgeving wordt gezien als de zone van vier centimeter rondom de wonde (periwound) of het gebied dat bedekt wordt door het wondverband (Murphy, 2020).
Essentiële voorwaarden om een wonde grondig te kunnen reinigen:
- Hou rekening met de pijnbeleving van de zorgvrager. Indien pijnlijk, bespreek dan de pijnmedicatie met de arts en/of overweeg een minder agressieve reinigingstechniek.
- Gebruik een correcte aseptische techniek en bij risico op spatten geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (schort, handschoenen, spatbril, …) om kruisbesmetting te voorkomen (zeker bij wondspoeling).
- Selecteer een reinigingsproduct op basis van de wondbeoordeling, de zorgvrager en zijn omgeving.
- Breng het reinigingsproduct op kamertemperatuur of iets warmer.
- Gebruik voldoende reinigingsproduct in functie van het wondoppervlak en de diepte.
- Geef de voorkeur aan unidoses (verpakkingen voor éénmalig gebruik).
- Reinigingsproducten moeten patiëntgebonden zijn.
Er zijn verschillende manieren om een wonde te reinigen: door het wrijven met deppers of kompressen, via een wondspoeling of door de wonde te douchen. Men reinigt tot de wonde ‘proper’ is.
Momenteel is er echter onvoldoende evidentie om één welbepaalde techniek aan te bevelen (Rajhathy, 2023).
Concreet houdt een grondige wondreiniging in dat de wonde proper is wanneer er, na contact met de wonde, amper nog zichtbare bevuiling op de deppers/kompressen te zien is of de spoelvloeistof helder is.